In de muziek die je elke dag luistert, gebeurt er van alles tegelijk. Een beat geeft het ritme aan, een baslijn zorgt voor de lage tonen, akkoorden geven de sfeer en een melodie is wat je vaak neuriet. Dit zijn de vier belangrijkste lagen van muziek.
In deze opdracht ga je zelf aan de slag als componist. Je gebruikt professionele software om deze lagen te combineren tot jouw eigen, unieke track.
Leerdoel: Aan het einde van deze opdracht begrijp je hoe de verticale opbouw van muziek in elkaar steekt en kun je de vier muzikale lagen (melodie, akkoorden, bas en ritme) toepassen in je eigen compositie.
Muziek bestaat uit verschillende lagen. Globaal gezien hebben veel nummers 4 lagen:
Melodielaag; de melodielaag is vaak de ‘solo,’ of het stukje dat je in je hoofd houd. Denk bijv. aan de zangpartij of een gitaar- of pianomelodie.
Akkoordenlaag; de akkoordenlaag zorgt vaak voor de opvulling. Denk aan een slagje op de gitaar dat steeds doorgaat, of strijkers. Let op!, een akkoord bestaat altijd uit 3 of meer tonen.
Baslaag; de baslaag is onmisbaar in een muziekstuk. Deze baslaag wordt als er geen basinstrument (bijvoorbeeld basgitaar of contrabas) in het nummer wordt gebruikt ook vaak meegespeeld op de lage tonen van een ander instrument zoals gitaar of piano.
Ritmelaag; deze laag wordt vaak gespeeld door drums of percussie. Niet alle nummers hebben een ritmelaag.
Kijk eens naar dit filmpje waarin ook de vier lagen aanwezig zijn, luister goed naar de opbouw:
Instrument: laag:
Hij begint met een beat ritme
Dan piano + synth akkoorden
Dan bas bas
vervolgens de hoofd zang Melodie
als laatste een koortje (ook akkoorden)
Je maakt individueel een complete track in een online muziekprogramma zoals Bandlab. De opdracht bestaat uit een basisopdracht die iedereen moet doen, en extra uitdagingen voor als je sneller klaar bent of meer diepgang zoekt.
De Basisopdracht (voor iedereen)
Volg deze stappen om je track te bouwen.
Start je project: Ga naar edu.bandlab.com, maak een account en een nieuw project aan. Dit doe je gezamelijk tijdens de eerste les.
Bouw je track met loops: Gebruik de bibliotheek met bestaande loops (muzikale fragmenten) om je nummer op te bouwen. Zorg ervoor dat je compositie minimaal de volgende vier onderdelen bevat:
Ritme: Een drumbeat die de basis legt.
Bas: Een baslijn.
Akkoorden: Een harmonische laag, bijvoorbeeld met een piano, gitaar of synthesizer.
Melodie: De hoofdmelodie die in het gehoor springt.
Creëer een structuur: Zorg voor een duidelijke op- en afbouw. Begin bijvoorbeeld rustig (intro), bouw het op naar een drukker middenstuk en sluit het weer af (outro).
Lengte: Je uiteindelijke track duurt tussen de 1 en 3 minuten.
Exporteer je uiteindelijke track als .MP3 bestand en lever deze in op Classroom.
Klaar met de basis? Zoek meer uitdaging!
Heb je de basisopdracht af en nog tijd over? Perfect! Kies dan één of meer van de onderstaande uitdagingen om je track nog beter te maken. Deze zijn niet verplicht, maar wel een kans om je creativiteit te laten zien en een hoger cijfer te halen.
Eigen lijnen inspelen: Gebruik een MIDI-instrument om zelf een of meerdere lagen in te spelen. Vervang bijvoorbeeld een standaard loop door een zelfgespeelde melodie, baslijn of akkoordenschema.
Eigen drumbeat maken: Gebruik geen kant-en-klare drumloop, maar programmeer je eigen unieke beat in de step-sequencer of drumcomputer van Bandlab.
Tekst en zang: Schrijf een eigen, passende tekst en neem deze op als zanglijn voor je track.
Effecten (FX): Geef je track meer diepte. Voeg effecten (FX) toe aan je sporen, zoals galm (reverb), echo (delay) of een filter.
Spanning en breaks: Maak je track spannender door ‘risers’ (geluiden die in toonhoogte stijgen) te gebruiken. Voeg ook een ‘break’ toe, een stuk waarin de beat even helemaal wegvalt om daarna weer krachtig terug te komen met een drop.
Meme: Voeg een meme toe aan je track om je track nog leuker te maken. Soms kan het helpen om daar juist mee te beginnen, en vanuit een meme te gaan werken.
Je wordt beoordeeld op de volgende punten:
Basis (voldoende): Je hebt de basisopdracht volledig uitgevoerd. De vier lagen zijn duidelijk aanwezig, passen bij elkaar en er is een logische op- en afbouw. Je track duurt tussen de 1 en 3 minuten.
Extra (goed): Je hebt naast de basisopdracht één of meerdere extra uitdagingen op een goede manier uitgevoerd. De extra elementen zijn creatief en muzikaal passend verwerkt in het geheel.
Geef je track een passende titel.
Exporteer je uiteindelijke track als .MP3 bestand.
Als je klaar bent met bewerken in Bandlab, klik je linksbovenin op de drie streepjes (het menu-icoon).
Ga in het menu naar Project --> Download --> Mixdown as...
Je project wordt nu verwerkt. Dit kan even duren. Wacht tot er downloadopties verschijnen.
Kies de optie MP3. Dit is het juiste bestandstype. Download het bestand en sla het op je computer op.
Lever het bestand in via Classroom. Controleer of het uploaden is gelukt en klik op 'Inleveren' of 'Verzenden'.
Gebruik deze tips om je compositie naar een hoger niveau te tillen.
Start met de basis: Zorg altijd voor de vier lagen: ritme, bas, akkoorden en een melodie.
Denk in structuur: Geef je track een duidelijk begin (intro), middenstuk en einde (outro).
Werk in blokken: In de muziek werken we voornamelijk in 4 of 8, zorg dat alles netjes onder elkaar staat. En probeer nieuwe sounds en loops na 4 of 8 maten te laten beginnen.
Houd het simpel: Gebruik niet te veel sporen tegelijk. Elk geluid moet een doel hebben.
Zorg voor afwisseling: Voorkom dat je track saai wordt. Maak kleine aanpassingen in je loops of voeg nieuwe elementen toe na een paar maten.
Bouw spanning op: Gebruik een 'break' (waarin de beat even wegvalt) en/of een 'riser' (een opbouwend geluid) om belangrijke momenten krachtiger te maken.
Maak het levendig: Gebruik automatisering om het volume langzaam te veranderen. Dit maakt je track dynamischer.
Luister naar voorbeelden: Analyseer de opbouw van je favoriete nummers en laat je daardoor inspireren.
Neem op tijd pauze: Als je te lang luistert, hoor je niet meer wat goed klinkt. Geef je oren regelmatig rust.