Als we volksverhalen kunnen geloven, blijkt de duivel een behoorlijke interesse in muziek te hebben. Of het nu de satanische beelden en teksten zijn die in metal voorkomen of het legendarische viool duel in The Devil went down to Georgia, het lijkt erop dat de Prince of Darkness net zo veel van een lekker stuk muziek houdt als jij en ik.
In de bijbel wordt Satan de tegenstander van God genoemd. Hij is geen god, maar een wezen dat gezondigd heeft. Sommige mensen geloven dat hij een gevallen engel is, al is dat vanuit de bijbel niet met zekerheid te zeggen. De duivel is een kwade macht die zorgt voor verdeeldheid tussen God en mensen en tussen mensen onderling. Hij werkt God tegen.
Er is één verhaal over de duivel in muziek, welke veel aandacht heeft gekregen en die al eeuwen lang wordt verteld. - de deal met de duivel. Bijna iedereen kent wel zo’n verhaal. Dat komt doordat het een rijke geschiedenis heeft die eeuwen geleden begon.
Deals met de duivel verschijnen al een lange tijd in de Westerse mythologie, maar ze begonnen pas echt aan het einde van de 16e eeuw, dankzij een man genaamd Johann Faust. Faust was een Duitse alchemist en een goochelaar, die een pact zou hebben gesloten met de demon Mephistopheles in ruil voor zijn ziel. Zijn talent werd beroemd nadat het voorkwam in Christopher Marlowe's toneelstuk "The Tragical History of Dr. Faustus". Honderd jaar later vond de mythe, dankzij Giuseppe Tartini, zijn weg naar muziek.
In 1713 verscheen de duivel in een droom van Tartini, waarin Tartini een verbond sloot in ruil voor zijn ziel. In de droom gaf hij de duivel een viool en de duivel voerde de mooiste Sonate uit die hij ooit had gehoord. Onmiddellijk bij het ontwaken, probeerde Tartini op te schrijven wat hij hoorde en creëerde de "Viool Sonate in G", beter bekend als de "Devil's Trill Sonate". Ondanks het succes van dit stuk schreef Tartini dat zijn poging inferieur was aan wat hij had gehoord.
“One night I dreamed I had made a pact with the devil for my soul. Everything went as I desired: my new servant anticipated my every wish. I had the idea of giving him my violin to see if he might play me some pretty tunes, but imagine my astonishment when I heard a sonata so unusual and so beautiful, performed with such mastery and intelligence, on a level I had never before conceived was possible. I was so overcome that I stopped breathing and woke up gasping. Immediately I seized my violin, hoping to recall some shred of what I had just heard; but in vain. The piece I then composed is without a doubt my best, and I still call it “The Devil’s Sonata,” but it falls so far short of the one that stunned me that I would have smashed my violin and given up music forever if I could but have possessed it.”
De belangstelling van de duivel voor viool bleef bestaan. Een eeuw na Tartini ontstonden er geruchten over een andere violist die met de duivel samenwerkte. Niccolò Paganini wordt door sommigen beschouwd als de beste vioolvirtuoos die ooit heeft geleefd. Hij begon op de leeftijd van 5 jaar muziek te maken op de mandoline, componeerde op 7-jarige leeftijd en trad op 12-jarige leeftijd op voor volle zalen. Hij was zo'n virtuoos, dat het publiek begon te vermoeden dat zijn talenten uit duistere zaken voortkwamen. Daarbij had Paganini een bleke slungelige blik met lange vingers en vlammende ogen.
Ook tijdens zijn uitvoeringen zijn er aanwijzingen geweest dat Paganini een band had met de duivel, dat is wat mensen tenminste dachten. Sommige verhalen zeggen dat het publiek het kruisteken heeft gemaakt toen ze hem zagen optreden om zichzelf tegen het kwaad te beschermen. Andere verhalen laten hem feilloos noten spelen op gebroken snaren terwijl zijn lichaam tijdens het spelen in rare aannam. Eén luisteraar verliet zelfs een concert in Wenen en beweerde dat hij de duivel had gezien die Paganini hielp. Op 54-jarige leeftijd stierf Paganini. En een van de laatste dingen die hij deed voordat hij stierf, was een priester wegsturen, die was gekomen om zijn zonden weg te nemen. Dit versterkte zijn associatie met de duivel in de hoofden van veel mensen.
De 'Danse Macabre’ van Camille Saint-Saëns is gebaseerd op een laatmiddeleeuwse morele allegorie op de universele aard van sterfelijkheid. Dit symfonisch gedicht schetst een beeld van de dood en roept geesten bijeen om de mensheid eraan te herinneren hoe fragiel we werkelijk zijn. De Danse Macabre begint met een violist die met geweld een A en een Es (Eb) uitzaagt die het interval (een afstand tussen twee noten) de "Tritone" vormen, een interval dat we tegenwoordig o.a. kennen door zijn Latijnse variant ‘diabolus en musica’, of de duivel in de muziek.
Dit is hetzelfde interval dat ‘Purple Haze’ van Jimi Hendrix opent. Een vergelijkbare rauwe en agressieve aanroep naar de geesten. Het Tritone wordt zo genoemd omdat het drie hele toonintervallen beslaat. Het verdeelt het octaaf netjes in twee gelijke delen, maar het heeft een instabiel geluid.
De woorden "diabolus en musica" lijken voort te komen uit middeleeuwen vóór de ontwikkeling van ons huidige systeem van tonale harmonie. Vanwege het dissonantie en de onopgeloste tritone was het kerkelijke bestuur bang dat als monniken het zouden zingen, de duivel zelf zou verschijnen. Het was expliciet verboden!, tenminste, dat is wat veel muziekgeschiedenisboeken tegenwoordig vertellen.
Wanneer je luistert naar het hiernaast staande stuk is de tritone meerdere malen te horen. Dit stuk is door monniken uit de middeleeuwen gezongen. De tritone werd in de middeleeuwen waarschijnlijk niet verbannen. Er is heel simpel geen bewijs dat dit ooit het geval is geweest. Dit klopt, ondanks het feit dat dat stukje desinformatie steeds weer herhaald wordt op het internet. We hebben echter voldoende bewijs om aan te tonen dat het interval, hoewel vrij zelden, wel werd gebruikt.
19de-eeuwse romantische componisten bestudeerden de uitdrukking "diabolus en musica" en namen deze vrij letterlijk. Met deze informatie maakte ze zeer sinistere muziek gebaseerd op de tritonen. Zoals de opening van de Dante Sonata van Liszt, die Dantes afdaling naar de hel verklankt. De negatieve ondertoon van de tritone werd een eeuw later geïntensiveerd toen metalbands begonnen te experimenteren met tritone-beladen riffs in nummers als Metallica's "Enter Sandman" Slayer's toepasselijk genaamde album "Diabolus en Musica" en het nummer "Black Sabbath" op het album "Black Sabbath" van de band, Black Sabbath. Zelfs als het in de middeleeuwen helemaal niet zoiets betekende, is het tritone in de afgelopen twee eeuwen gemarkeerd als zijnde 'kwaad'.
Nog geen honderd jaar na Paganini begonnen de legendes van de duivel die zich met muzikale zaken bemoeide opnieuw. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw zouden bluesmuzikanten in de Mississippi Delta contacten hebben met de duivel. Eerst kwam Tommy Johnson - een gitaarvirtuoos bekend om zijn yodel achtige manier van zingen. Johnson's broer Liddell verspreidde de legende van Tommy's deal met de duivel. Op een avond, gaat het verhaal, ging Tommy Johnson net voor middernacht naar een kruispunt en speelde gitaar totdat een grote zwarte man naar hem toe kwam, zijn gitaar pakte en stemde. Daarna kon Tommy Johnson de gitaar spelen als geen ander. Buiten de vermeende deal met de duivel en zijn invloed op bluesmuziek, was het leven van Johnson echter tamelijk saai.
Dat kan niet gezegd worden voor Robert Johnson - niet gerelateerd aan Tommy - een andere muzikant, die blijkbaar ook zijn ziel verkocht. Johnson was een van de meest indrukwekkende gitaristen van zijn tijd en een van de belangrijkste muzikanten aller tijden. Hij begon in de late jaren 1920, als een jonge man, gitaar te spelen, maar blijkbaar had hij er geen talent voor. Blues collega Son House herinnerde zich hoe Johnson de gitaar speelde:
"Such a racket you never heard! It would make the people mad, you know. They'd come out and say 'Why don't y'all go in and get that guitar away from that boy! He's running people crazy with it.' I'd come back in and I'd scold him about it.”
Op een dag verliet Robert Johnson Robinson Vale, waar hij had geleefd. Toen hij terugkwam, was hij een veranderd. Hij kwam terug met ongelooflijke gitaarvaardigheden. Hij kon perfect over de nek glijden, met behoud van stabiele ritmes. De legende gaat dat, toen Keith Richards, gitarist van de Rolling Stones, Johnson voor het eerst hoorde spelen, hij dacht dat het twee gitaristen waren. Geruchten begonnen te groeien, zoals Tommy Johnson vóór hem, dat Robert om middernacht op een kruispunt zijn ziel verkocht had aan de duivel. En als je naar de muziek van Robert Johnson luistert, kun je dat ook gemakkelijk geloven.
Bovenop zijn virtuoze spel hebben de teksten van Johnson een angstaanjagende ondertoon en zingt hij zelfs van zijn relatie met de Duivel.
Je zou zelfs drie nummers als een soort trilogie kunnen beschouwen over zijn contact met de duivel. "Cross Road Blues" is waar hij zijn ziel verkoopt, "Hellhound on My Trail" wat gaat over een rondreizende bluesman met terwijl hij wordt gevold door een hellhound, wat een soort hond is die jaagt op mensen die hun ziel aan de duivel hebben verkocht om ze te laten betalen. De trilogie eindigt met "Me and The Devil Blues", die zeer interessante openingslijnen heeft:
Op 16 augustus 1938 kwam de duivel voor Robert Johnson's ziel. Johnson werd vergiftigd door een jaloerse echtgenoot en stierf op slechts 27 jaar oud.
Sinds Robert Johnson heeft de duivel zijn relatie met muziek voortgezet, maar niet op de manier zoals Paganini of Robert Johnson zijn getroffen. Tenminste niet dat we weten. Het is bijna een eeuw geleden is sinds Johnson’s contact, dus misschien is het tijd voor de duivel om opnieuw te verschijnen in het muziekspel.
Naast het verkopen van de ziel aan satan spreken verschillende bands openlijk over hun contact met geesten en hoe zij door die geesten beïnvloed en geïnspireerd worden tot het maken van liedjes.
Angus Young
AC/DC gitarist Angus Young heeft gezegd dat hij bezeten is. De geest manifesteert zich als hij op het podium staat. Hij zegt: ”Tegen de tijd dat we halverwege het eerste nummer zijn, word ik door iemand overgenomen. Ik laat me meevoeren, ik raak bezeten als ik op het podium sta.”
Ozzy Osbourne
Ozzy Osbourne, zanger van Black Sabbath, vermoedt dat hij wordt gebruikt als werktuig van satan en hij verklaart: ”Ik weet niet of ik wordt gebruikt als medium door één of andere vreemde kracht. Wat het ook moge zijn, ik hoop niet dat het is wat ik denk... satan.”
De leden van Black Sabbath hebben verklaard dat ze hun bandnaam ontlenen aan een satanische geest die verscheen aan de bassist van de band, Geezer Butler. Dit gebeurde nadat hij zijn huis had zwart geschilderd en voorzien van omgekeerde kruizen en een afbeelding van satan.
Jimmy Page
Van Jimmy Page, gitarist bij Led Zeppelin, is bekend dat hij soms dagenlang in zijn kamer zat met de gordijnen dicht en kaarsen aan. Hij wachtte dan, met zijn gitaar in zijn handen, tot er ‘iets’ door zou komen. Ook op het podium voerde hij rituelen uit die bedoeld waren om geesten op te roepen.
Rolling Stones
De Rolling Stones werkten mee aan de film “Envocation of my demon brother”, die reclame maakte voor Crowley’s satanisme. Ook speelden Mick Jagger en Keith Richards hier zelf in mee. Zij maakten albums met titels als “Their Satanic Majesties Request” en nummers als “Sympathy for the devil”.
The Beatles
Beïnvloed door de Beatles, wendden miljoenen jongeren zich wereldwijd tot de goeroes uit het oosten. Goeroes als Maharishi Mahesh Yogi kregen een platform om hun mantra’s uit te delen alsof het snoep was. De hippie jeugd herhaalde deze mantra’s in de veronderstelling dat het iets wetenschappelijks was, terwijl ze in feite namen riepen van hindoegoden en demonen.