Muzikaal gedicht
Bij deze optie ga je een bestaand gedicht/verhaal op muziek zetten. Hetzelfde als Shubert deed dus, al zal je ze niet gaan uitvoeren op een van de Schubertiades. Dit doe je in een groepje van 4/5 personen. In dit groepje kies je een gedicht, ballade of verhaal waarmee je aan de slag gaat. Dit beide geef je door aan je docent. Bij de tekst gaan jullie vervolgens akkoorden een melodie maken, welke bij je tekst passen.
Eigen lied project
Een lied is ook wel een gezongen gedicht. Iemand wie heel goed in het schrijven van liederen was Shubert. In een les zul je hier al over gehoord hebben. In zijn tijd heeft hij meer dan 600 liederen geschreven. Allemaal met al bestaande teksten.
Wat Shubert zo goed maakte is dat hij echt de essentie van de tekst wist te verklanken. Was de tekst spannend, dan klonk de muziek spannend. Was de tekst verdrietig, dan klonk de muziek verdrieting. Ook speelde hij met verschillende karakters en verklonk hij onderdelen van verhalen als een paard in galop. Zoals bij Der Erlköning te horen is.
Het kiezen van een tekst
Om een lied te maken die je leuk, mooi of interressant vind heb je ook een goede tekst nodig. In het document hiernaast staan een aantal teksten van Annie M.G. Schmidt (in het nederlands dus) welke je goed zou kunnen gebruiken.
Echter geef ik de mogelijkheid dat jullie zelf ook naar gedichten mogen zoeken. Laat het wel een beleeft gedicht zijn, één waar echt een verhaal wordt verteld, waar je goed een bepaalde emotie kan verklanken. Als het een heel kort gedicht is, dan kan je het gebruiken als refrein. Een couplet moeten jullie dan zelf schrijven. zie hiervoor tips op de pagina Singer Songwriter. (optie 3)
Emotie
Als eerste is het handig om de emotie van het gedicht te bepalen. Dit zal je helpen om vooraf goede keuzes te maken. Later lees je nog over majeur en mineur, maar emotie kan op veel meer manier verwerkt worden in muziek. Een heel verdrietig lied op een hoog tempo, met een vrolijk melodietje zingen kan al snel wat vreemd aanvoelen.
Er is op meerdere vlakken onderscheid te maken tussen hoe we emotie naast het gebruik van tekst in muziek kunnen verwerken. Dit noemen we muzikale parameters. Oftewel, hoe we de emotie kunnen verklanken. Hieronder zie je de meest gangbare vergelijkingen.
Vrolijke muziek
De muziek heeft een snel tot matig tempo
De muziek heeft een druk ritme (er gebeurt veel)
De muziek klinkt opgewekt en enthousiast
De muziek bevat veel korte noten en lijnen
De muziek heeft een majeur toonsoort
Minder vrolijke muziek
De muziek heeft een matig tot lanzaam tempo
De muziek heeft een rustig ritme (er gebeurt niet zo veel)
De muziek klinkt relaxed en terughoudend
De muziek bevat veel lange noten en lijnen (uitgesmeerd)
De muziek heeft een mineur toonsoort
Akkoorden
Bij de vorige opdracht hebben we geleerd hoe akkoorden in elkaar zitten en hoe je ze moet uitvoeren. Nu is het tijd voor wat nieuws. Jullie gaan namelijk zelf een akkoordprogressie bedenken. Wanneer je meerdere akkoorden achter elkaar zet, dan heet dat een akkoordprogressie. Akkoordprogressies worden vaak gebruikt in de popmuziek, in veel gevallen zijn het 4 akkoorden welke zich de hele tijd herhalen. Akkoordprogressies zijn een universele tool voor het maken van melodieën, omdat ze in verschillende stijlen kunnen worden gebruikt.
Een majeur of mineur toonsoort?
Moet het lied vrolijk of wat minder vrolijk gaan klinken? Zoals al vaker is besproken kan je een stuk muziek makkelijker vrolijk laten klinken door een majeur toonsoort te kiezen en makkelijker wat sad laten klinken door een mineur toonsoort te kiezen.
Muzikale trappen
Als we het hebben over muzikale trappen, praten we over akkoorden. In een bepaalde toonsoort kan je gebruik maken van 7 verschillende tonen. Bestaande uit hele en halve stapjes tussen de noten. Deze stapjes zijn bij majeur anders dan mij mineur, hierdoor klinken de toonsoorten anders.
De trappen van een toonsoort geven we aan aan de hand van de romeinse cijfers I, II, III, IV, V, VI, VII. Elk cijfer staat voor een bepaalde noot uit de toonsoort. Als we bijvoorbeeld denken in C majeur, dan gebruiken we de noten C, D, E, F, G, A en B. Doordat we bij deze toonsoort alleen witten toetsen mogen gebruiken (er zitten geen mollen of kruizen in de toonladder) spelen we soms majeur en soms mineur akkoorden.
Dit is voor elke Majeur toonsoort hetzelfde. I = majeur, II = mineur, III = mineur, IV = majeur, V = majeur, VI = mineur, VII = verminderd (deze hoeven jullie niet te weten of te gebruiken).
Nou zal dit jullie nog weinig zeggen, maar in het onderstaande schema's kun je zien welke akkoorden bij deze trappen horen. Als je een toonsoort kiest om in te schrijven, kan je vervolgens de akkoorden zien waar je uit kan kiezen. het schema hieronder is heel erg uitgekleed en slechts beperkt tot makkelijke toonsoorten. Wil je een stap verder of past de toonsoort niet bij je? dan kan je via de blauwe knop onder de afbeelding naar het complete overzicht.
De meest gebruikte majeur akkoordenreeks in de popmuziek is I – V – VI – IV. Deze akkoorden klinken goed in elke volgorde! je mag deze gebruiken of zelf wat bedenken, maar maak het jezelf niet te lastig en maak alleen gebruik van deze trappen. Begin op trap I, en bepaal daarna je eigen volgorde. Eventueel kan je ook II nog toevoegen. Luister wat goed klinkt. Kijk of je de akkoorden 4 of 8 tellen wilt laten klinken.
Via de onderstaande knop kom je op een pagina waar je onlin een akkoordprogressie kan maken.
Voor de mineurtoonsoort is het anders. Daar geldt I = mineur, II = verminderd (deze hoeven jullie niet te weten of te gebruiken) III = majeur, IV = mineur, V = mineur, VI = majeur, VII = majeur. Het schema begint hier met Am (A mineur), omdat deze dezelde noten gebruikt als de toonsoort C. Dus alleen maar witte toetsen.
De meest gebruikte mineur akkoordenreeks in de popmuziek is I – VI – III – VII. Ook deze akkoorden klinken goed in elke volgorde! je mag deze gebruiken of zelf wat bedenken, maar maak het jezelf niet te lastig en maak alleen gebruik van deze trappen. Begin op trap I, en bepaal daarna je eigen volgorde.
Melodie
Nadat je akkoorden hebt gekozen, kan je op zoek naar een passende melodie. Houd hierbij altijd de muzikale parameters, welke bij het kopje emoties zijn gegeven, in het achterhoofd. De noten waar je uit kan kiezen zijn de noten welke in de toonsoort passen. Dus alle noten die in de gebruikte akkoorden zitten. Begin altijd op een toon die in het eerste akkoord past! (dus welke je speelt op de piano) Maak in je melodie ook geen grote sprongen, maar werk met stijgende en of dalende lijnen.
Het beste kan je beginnen door de natuurlijke melodie van de spraak te volgen: Herhaal je tekstregels een paar keer met VEEL emotie. Hoe emotioneler je bent, hoe melodieuzer je spreekstem wordt. Let bijvoorbeeld op het ritme, de natuurlijke pauzes, de op- en neergaande melodie van je gesproken woorden. Probeer daar nu een melodie van te maken door het met je akkoorden te zingen. Maak aanpassingen totdat je iets hebt dat je leuk vindt. Je hoeft niet bij je eerste idee te blijven. Blijf ermee experimenteren totdat je het leuk vindt.
Eventueel kan je ook beginnen met een melodie neurieën over je akkoorden heen, wellicht kom je iets leuks tegen. probeer hierin te varieren met de toonhoogtes van de melodie. Ga van laag naar hoog of van hoog naar laag. Verander een stijgende lijn in een dalende lijn en vice versa. Ditzelfde kan je doen met het ritme. Als een noot kort is, houd hem dan eens langer vast, als hij lang is, splits hem dan in kortere noten. Als laatste (of eerste) kan je kijken of het wellicht leuk is om de zin niet op de eerste tel te beginnen, maar wellicht op de tweede, derde of bijvoorbeeld daar tussenin.
Dit zou je wat melodie-ideeën moeten geven en een plek om een nieuw eigen nummer te beginnen. Het leuke is om het veel te veranderen om te zien waar je mee eindigt.
Waar het lied aan moet voldoen
Het lied bestaat uit minimaal een gezongen versie van het gekozen gedicht dat met akkoorden wordt begeleid
Bij een kort gedicht schrijf je minimaal zelf nog een couplet, of je combineert twee korte gedichten (deze moeten wel bij elkaar passen)
Het lied is één geheel (muziek en tekst passen bij elkaar)
Iedereen neemt deel aan de uitvoering
Opdracht in stappen
Stap 1: Kies een gedicht/ballade/verhaal
Stap 2: Zoek een bepaalde emotie die bij je gekozen gedicht past.
Maak een afweging tussen de opties bij het kopje Emotie
Dit zorgt er later voor dat je makkelijker keuzes kan maken.
Stap 3: Lees het stuk over de akkoorden en maak een akkoordprogressie welke jullie goed vinden klinken
Stap 4: Maak een melodie bij je tekst
zorg ervoor dat deze goed bij de akkoorden past.
Begin met een toon die in het eerste akkoord zit
Maak niet al te grote sprongen
Stap 5: Oefen met je groepje het nummer
Iedereen neemt deel aan de uitvoering
de akkoorden worden door minimaal 1 iemand gespeeld op piano of gitaar.
Wellicht is het leuk om ook andere instrumenten toe te voegen. Vraag hierover bij je docent.
Stap 6: Je nummer opnemen en inleveren.
Tips!
Maak het jezelf niet te moeilijk door een korte akkoodprogressie te kiezen, en die te herhalen. Wel kan je voor een refrein bijvoorbeeld een andere volgorde gebruiken
Blijf binnen de toonsoort
Speel de akkoorden veelvuldieg op piano, neurie mee, en zie wat eruit komt. Blijf vooral experimenteren!
Gebruik je oren! Je hoort echt wel of iets wel of niet past bij de akkoorden.
Begin je melodie met een toon uit het akkoord dat je speelt. daarna kan je experimenteren met andere tonen uit de toonsoort, maak geen grote sprongen!